Door: David van den Burg, dagvoorzitter van de Nationale Asbest Conferentie 2016, op 8 november 2016, Maaspoort te Venlo.
In de Volkskrant van donderdag 2 juni jl. staat dat de vondst van asbest vaak leidt tot emotionele reacties, onnodige opruimingen en grootschalige schoonmaakoperaties terwijl de gezondheidsrisico’s minimaal zijn.
De feiten zijn de volgende:
- Per jaar sterven er circa 500-750 mensen aan mesothelioom (longvlies- en borstvlieskanker). Een ziekte die één op één te relateren is aan de blootstelling aan asbest.
- Ook kan de blootstelling aan asbest longkanker en asbestose veroorzaken, zij het dat deze relatie niet één op één te leggen is.
- Daarnaast speelt dat de blootstelling aan asbest pas decennia later kan leiden tot bovengenoemde ziektebeelden.
Al met al lijkt dit voldoende argumentatie om per 2024 een verbod op asbestdaken te willen. Toch ligt de waarheid genuanceerder. Verreweg de meeste slachtoffers van mesothelioom hebben de ziekte opgelopen omdat ze beroepsmatig, dag in dag uit blootgesteld zijn aan asbest. Er is, met uitzondering van de asbestslachtoffers ten gevolge van asbestwegen in Goor en Harderwijk, nooit een eenduidige relatie gevonden tussen asbest in het milieu en het krijgen van de ziekte mesothelioom. De claim van het ministerie dat er door het verbod op asbestdaken 250 tot 300 slachtoffers minder zullen vallen is dan ook boterzacht.
Vanuit die optiek bekeken lijkt een verbod op asbestdaken per 2024 onzinnig en kunnen de asbestdaken beter vervangen worden als het dak economisch aan vervanging toe is. Tevens lijkt het willekeurig dat er wel een verbod is op asbest op gebouwen (asbestdaken) per 2024 maar dat er geen verbod is op asbest in gebouwen. Zeker gezien het feit dat er in gebouwen vaker spuitasbest is toegepast, een type asbest dat veel gevaarlijker is dan het asbestcement waaruit de daken bestaan.
Nederland asbestvrij maken
Toch is het streven om Nederland asbestvrij te maken niet verkeerd want asbest is en blijft een naar goedje. Veel verstandiger is het echter om een algeheel asbestverbod af te kondigen per 2034 (zonder onderscheid tussen asbest op en asbest in het gebouw). Hiermee wordt namelijk ingehaakt op de economische levenscyclus van gebouwen (waardoor er geen kapitaalvernietiging plaats vindt) zonder dat dit redelijkerwijze zal leiden tot aantoonbaar meer slachtoffers.
De slotvraag is: wie het gaat betalen, de overheid of de gebouweigenaar? Mijn aanvliegroute zou zijn: de eigenaar waar dat kan en de overheid waar dat moet. En mocht de overheid op voorhand geld willen investeren in de sanering van asbest, dan is mijn stelling om dit primair in te zetten voor innovatie op het gebied efficiënte en effectieve asbestsaneringstechnieken. Het ontwikkelen van goede saneringstechnieken kan vele miljoenen schelen bij de sanering van asbest in en op gebouwen en dan doet de overheid wat zij moet doen namelijk faciliteren waar dat kan, optreden waar dat moet.